Jan Tijmensz Jacobsz
Jan Tijmensz Jacobsz ,
geb. in 1664 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1699-56,
doopsgezind,
ovl. op 19-09-1736 te Huijsen; DTB-20; Koptienden Laatste: 1745-33,
begr. op 26-09-1736 te Huijsen; DTB-13-Begraven- Impost f 6,-,
, -
JAN TIJMON JACOBSZ
Huizen Koptienden (1699-56 1745-33 ):
1699-56: v. Willem Tijmen Jacobsz 1 Spt 5 cop 3/4
1709-56: v. Lambert Claesz Prins 4 cop 5/8
t/m 1720-33: Situatie: 2 Spt 2 cop 3/8
1721-33: Romijns op Numeriek Er staat: 2 Spt 2 cop 1/2
1724-33: v. Lambert Jansz de Oude 5 cop
t/m 1735-33: Situatie: 2 Spt 7 cop 1/2
- Afgezet op onbekende(n) 1 Spt 5 cop 1/4
1737-33 t/m 1746-33: Situatie: 1 Spt 2 cop 1/4
1747-33: MOGELIJK op zijn neef
- op Tijmen Jacob Tijmensz 1 Spt 2 cop 1/4
- in 2 sessies: 2 kop 1/2 +7 kop3/4
-
ORA-184-3194A287; 23-01-1697: Compareerden voor Lamb. Killewig schout, Gerrit Koetsier en Willem Boor schepenen, Harmen Tijmensz bekende schuldig te zijn aan de Mennonisten Gemeente alhier een som van 1500 gl. te restitueren enz. met rente van
f 4 per fl 100 per jaar met als onderpand zeker coorn wint molen staande en gelegen alhier op de molenberg alsmede zeker huis en erf staande naast voornoemde molenberg staande naast Teunis Gerritsz ten zuiden alsmede al zijn goederen;
compareerden mede Hendrick Willemsz Boom voor de ene helft en Jacob Tijmensz, Gijsbert Tijmensz, Willem Tijmensz en Jan Tijmensz voor de andere helft mede borg staanden.
Op 17-05-1715 hebben Jacob Tijmensz en Leendert Vergoes als diaconen van de Mennisten gemeente verklaard dat bovenstaande schuld afgewikkeld
-
ONA-3718A003; 13-02-1700: Testament Pieter Pietersz Oude en Marritie Jans Suijringh wonende binnen Huijsen verklaren, dat als zij zonder kinderen komen te overlijden de langst;evende tot universel erfgenaam. Testatrices vader: Jan Suijringh;
getuigen Lambert Ell Prins en Jan Tijmensen
-
Huizen-DTB-12-Impost op Trouwen; 04-05-1700:Jan Tijmensz en Marritje Prins van ijder f 3,-; comt f 6:-
-
ONA-3718A043; 03-05-1701: Huwelijkse voorwaarden Lambert Lambertsz Prins weduwnaar van Nelletien Cornelis ter eenre en Claasjen Jacobsz Jongerden jongedochter ter andere sijde, beide wonende binnen Huijsen. Getuigen Jan Tijmensz en Pieter
Pietersz Oude
-
ORA-184-3196A102; 26-05-1702: Cornelis Jacobsz Killewigh verclaarde vercoght te hebben aan Jan Tijmen Jacobsz seecker huijs, erve en stuckje lant daar annex gelegen binnen desen dorpe, belent Leendert Jansz Vergoes ten suijden en Rijck Jansz
Velsen ten noorden voor f 408
-
ORA-184-3215A052-1; 30-01-1710: Mattijs Cnaap deurwaarder heeft aan meest biedende verkocht een stuk lant verkocht op Huijsermaat gemeen met Jan Tijmen Jacobsz belent Jacob Lambertsz Smit ten Noorden, toebehorende Claes Lambertsz Schram
geexecuteerde in desen voor onbetaalde verpondingen
-
Amsterdam-1120-942; 28-11-1716: Brief Mennisten
-
ORA-184-3199A046; 16-06-1724: Compareerden voor Hendrik van Weerland schout en Pieter Meltz Boor en Ysak Willems Spilt schepenen, de Weduwe van Willem Tijmensz verkocht aan Jan Tijmensz een stuk maatland gelegen op de huijsermaat Noordsijde
groot 22 voeten gemeen met Willem Bootsman; nog 14 voeten maatland gelegn Bussumer aangeregt gemeen met de stad Naarden voor f 575
-
ORA-184-3199A312; 25-03-1729: Aaltje Jans wed: wijlen Jacob Tijmensz, evenals Gijsbert Tijmensz, Jan Tijmensz en Harmen Tijmensz alsmede Jan Vergoes namens Willem Kuijper gehuwd met Geertje Tijmens allen te samen erfgenamen van wijlen Willem
Tijmensz, verklaarden publiek verkocht en getransporteerd te hebben aan en ten behoeve van Gijsbert Jacobsz Vos voor f 496:
- 1e de helft aan de zuidzijde van een Camp bouwland groot 4 / schepel waarvan de helft gelegen in het dorp voor het huis van Jacob Hendrik Snijder,
- de zuidelijke helft van 3 schepel gelegen aan de hengedijk belent Jan Jansz Doorn
- de noordelijke helft van 5 schepel gelegen aan de hengedijk belent Pieter van Voorthuijsen
-
ORA-184-3178; 08-02-1731: Extraord: Regtdag in cas van preferentie en concurrentie over den insolvente boedel van Harmen Tijmensz. Volgt een lange opsomming eijsscher/gedaagden
- Jan Claas Volkersz en Willempje Jaspers opposanten in preferentie Contra Gerritje Harmens
- Anna Martens weduwe van Claas de Swart eijser CONTRA de Gemeene Crediteuren van de boedel van Harmen Tijmensz voor f 37:7
- Jacob Harmensz Schram CONTRA gemeene Crediteuren voor f 18
- Willemtje Jaspers weduwe van Jan Sijbrantsz voor obligaties van f 150, f 400 en f 200
- Cornelis Wijgertsz Backer voor obligatie van f 200
- Jan Claas Volkersz als van de erfgenamen van Marritje Lambertsz laast weduwe van Claas Willems Boer bij coop regt gekregen tot 2 obligaties van f 200 en f 200
Wordt uitgekeert aan (lange lijst) o.a.:
- Gerritje Harmens f 700 voor moeders goederen
- Voogden Tijmen Harmens: f 600 moeders goederen en f 1250 voor obligatie
- Jan Vergoes f 200 sedert 15-01-1719
- Jan Tijmens f 100 sedert 01-11-1730
- Laastelijk Jacob Wijgertsz Bakker met f 60
-
ONA-3731A096; 28-09-1731: Jan Claasz Volkertsz en Jan Tijmensz beijde in qualt als Diaconen van de Mennonite ofte Doopsgesinde kerk tot Huijsen, aan welke kerk door de Heer Jacobus van Hoorn in leven Bedienaar des Goddelijke woord onder de
Gemeente genaamt de Vlaamse en Waterlandse DoopsGesinde hunne vergaderingen houdende bij de Toorn en het Lam bij desselfs Testamentaire dispositie gepasseert voor de Notaris Pieter Schabaalje tot Amsterdam d.d. 25-08-1724, is gelegateert de
helft van de Plantage en Landerijen die denselve onder de Jurisdictie van Huijsen heeft nagelaten, sijnde de voorn comparanten woonagtig binnen de Dorpe Huijsen .. maken volmagtig Monsr. Jan Vergoes Coopman tot Huijsen om de buit binnen te
halen
-
ORA-184-3218A088; 09-05-1733: Jan Tijmensz weduwnaar van wijlen Marritje Lamberts Prins ter eene en Lambert Lambertsz Prins de Oude en Jan Lambertsz Prins beide broeders mede-erfgenamen van de gemelde Marritje Lammerts Prins ter andere sijde
enz. Haar voor-overleden zuster Geertje Lamberts Prins
-
ONA-3732A058; 29-05-1733: Testament Jan Tijmense weduwnaar van Marritje Lambertsz Prins : capitaal van f 800,- en 2 stukken maatland aan zijn zuster Geertje Tijmensz met uitsluiting van haar man Willem Cuijper wonende Coog; (Jan Vergoes).- Vader:
Tijmen Jacobsz , zn. van Jacob Hendricksz ,
geb. in 1628 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1658-75,
kon niet schrijven,
ovl. in 1679 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1683-39,
begr. in 1679 te Huijsen; overleden voor 1680,
, -
TIJMEN JACOBSZ
Huizen Koptienden (1658-75 1683-39):
1658-75: v. Jan Jan Rijcksz 2 Spt 6 cop 1/2
1659-75: op Rutger Henricksz 3 cop 1/2
- v. Jan Gijsbertsz 5 cop 3/4
- v. Goossen Jansz 7 cop
- op Marten Aertsz 1 Spt 7 cop 3/4
- v. Jacob Henricksz 5 Spt 3 cop 1/2
- Situatie: 7 Spt 3 cop 1/2
1660-59: ER STAAT: 7 Spt 4 cop
1662-39: v. Claes Jan Aertsz 1 Spt 4 cop
- Situatie: 9 Spt
1678-42: v. Tijmen Rutten Velsen 1 cop 1/2
- v. Willem Rutten 0 cop 1/4
- v. Willem Cornelisz Schram 4 cop
- Situatie: 9 Spt 5 cop 3/4
1679-42: v. Claes Jan Aertsz 7 cop
- Situatie: 10 Spt 4 cop 3/4
1680-42: v. Lambert Gerritsz Backer 5 cop 1/2
- Situatie: 11 Spt 2 cop 1/4
1683-39:op Harmen Tijmen Jacobsz 3 Spt 7 cop 1/4
- op Willem Tijmen Jacobsz 3 Spt 7 cop 1/2
- op Jacob Tijmensz Jacobsz 2 Spt
- op Gijsbert Tijmen Jacobsz 1 Spt 3 cop 1/2
-
ORA-184-3170;10-09-1658: Gerrit Hendricksz buijrman tot huijsen als erfgenaam van zaliger Lambert Hendricksz voor hem selve voorts als last hebbende en hem sterck maeckende voor Fytus Hendricksz, Ghijsbert Hendricksz, Lambert Hendricksz, Aeltje
Hendricksz en Timen Jacobsz mitsgaders Hendrick Jacobsz kinderen en erfgenamen van Jacob Hendricksz ende te samen mede erfgenamen van de voorsz Lambert Hendricksz in de zaak jegens Lubbert Hendricksz mede-erfgenaam van voorgemelte Lambert
Hendricksz
-
ORA-184-3187A157; 05-11-1658: Hendrick Jacobsz voor hem self en zijn broer Timen Jacobsz mede erfgenamen van Gijsbert Jacobsz verkochten voor f 97:- aan Rutger Hendricksz buijrman tot Blaricum stuk land
-
ORA-184-3187A314; 28-01-1661: Isaack Willemsz, Lubbert Pietersz, Timen Jacobsz en Hendrick Jacobsz alle q:q: Erfgenamen van Jan Jansz bets/betaald ? den XXe penning van seecker schepenkennisse ten behoeve van voorn: Jan Jansz gepasseert bij
Lambert Lambertsz op den 17-05-1652 en op welcke noch resterende was de somme van 185 gl.
-
ORA-184-3189A015; 13-04-1666: Lubbert Hendricksz onze buijrman verkocht aan Jan Pietersz Camer mitsgaders Timen Jacobsz en Hendrick Jacobsz 2 akkertjes gelegen naest het weeskind van Claes Jansz ten zuiden en Timen Willemsz ten Noorden voor f
150,-
-
ORA-184-3189A349; 01-11-1674: Jacob Jansz Backer, sigh sterck maeckende voor de verdere erfgenamen van Tijmentgen Rutten en verclaerde hij comparant te transporteren aen Tijmen Jacobsz seecker stuck maetlant gelegen op Bussumermaet groot elf
d'half voet naest Gijsbert Claesz Bout ten Noorden à f 337
-
ONA-3687A058; 13-06-1675: Tijmen Jacobsz (47) en zijn vrouw Neeltje Jans (50), getrouwd en huijsvrouw geweest zijnde van Jan Jansz (Backer) zaliger die een zoon was van wijlen Peetjen Willems dat Jan Jansz omstreek november/ december 1673 is
overleden in Huijsen; en dat Claes Meuwisse Muijs haere buijman. in Huijsen (wiens moeder was Aeltje Willems zaliger) nog in leven is.
-
ORA-184-3190A181; 10-12-1676: Jan Coopal en Cornelis Crijnen als curateurs van de boedel van Willem Rutten, en verclaerden in de voorn: qualiteijt nevens Jacob Franckensz oudt burgermr. der Stadt Naerden en mede-curateur, vercoght te hebben
aen Tijmen Jacobsz 1 schepel 2 spint 3 cop en 3 roeden landts gelegen aghter Aeltgen Heij naest de erfgenamen van Lambert Willemsz aen d'ene en de voorn: Tijmen Jacobsz aen de andere sijde voor f 18/schepel
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep-9-5-1680; Kinderen van Tijmon Jacobsz; Capit: 1/2;Koehouders; Dood <= 1680; Zout: vat 7/16; kb: 6 (ouder dan 8 jaar); Dienstbode binnen: 1; Personen: 7
-
ORA-184-3184A028; 10-06-1681: Wij ondergeschrevenen Hendrik Ebben en Lubbert Jacobsz schepenen te Huijsen verklaren mede op verzoek van de vooghden van de nagelaten kinderen van Jan Jansz Backer ..... aan de personen van Aeltgen Lamberts
weduwe van Claes Meeuwisz en Lambert Claesz desselves zoon, mitsgaders Neeltgen Jans weduwe van de voorsz Jan Jansz en tegenwoordige huijsvrouw van Jacob Gerritsz Grutter alle woonachtig alhier welcke Aeltje Lamberts in onze presentie door de
voorsz voogden afgevraagt zijnde aan wie dat het 't geld, 't geen sij te pretenderen hadde (:soo geseijt wert)
- 19-09-1681; Schepenen verklaren op verzoek van de voogden van de weeskinderen van Jan Jansz Backer dat op 10-06-1681 Aeltie Lamberts heeft gezegd f 200 aan Neeltje Jans gegeven te hebben enz
-
ORA-184-3173; 28-09-1682: Jacob Gerritsz Grutter als in huwelijck gehadt hebbende en erftgenaem sijnde van Neeltje Jansz eijsscher CONTRA de meerderjarige en vooghden over de minderjarige kinderen en erffgenamen van Tijmen Jacobsz gedaagde
- Deselfde eijsscher CONTRA de vooghden van de kinderen van Jan Jansz betreffende terug te betalen f 45 met rente die Jan Jansz (Backer) aan Neeltge Jans bij huwelijkse voorwaarde
-
ORA- 184-3173; 06-10-1682: In de saecke tusschen Jacob Gerritsz Grutter soo hij procedeert Eijsscher en de erfgenamen van Tijmen Jacobsz gedaegden schepenen ordonneren dat de gedaegde op de naeste reghtdag de voorn. saeck sullen hebben te
beantwoorden op poene van versteck
-
ORA-184-3173;03-11-1682:Schepenen condemneren de meerderjarige mitsgaders de vooghden van de minderjarige kinderen van Tijmen Jacobsz gedaegden aen Jacob Gerritsz Grutter soo hij procedeert eijsscher de ge-eijschte somme van f 50 mette
verschenen en onbetaelde interesten van dien ter sake als in den eijsch te betalen met compensatie van costen mits datter voorn Jacob Gerritsz voor de restitutie van dien alvorens stellen twee suffisante borgen tot contentement van de gedaegde
- Schepenen condemneren de vooghden van de kinderen van Jan Jansz dedaegde aen Jacob Gerritsz Grutter soo hij procedeert eijsscher de ge-eijschte somme van f 45 ter sake als in den eijsch te betalen met compensatie van costen mits datter selve
Jacob Gerritsz voor de restitutie van enz
-
ORA-184-3184A034; 21-11-1682: Acte van Cautie. Hendrick Jan Thomasz en Willem Tijmensz schepenen, Lambert Jansz d'Ouwe en Gerrit Lambertsz Pater dewelcke verclaerden dat op 03-11-1682 seecker vonnis was gewesen waer bij de vooghden over de
weeskinderen van Tijmen Jacobsz waeren gecondemneert nevens Cautie de restituendo te betaelen aen Jacobs Gerritsz Grutter een som van f 50 mette daer op verlopenen Intereste enz. zich als borg stellen.
-
ORA-184-3184A035; 21-11-1682: compareerden voor Hendrick Jan Thomasz en Willem Tijmensz schepenen des dorps huijsen, Lambert Jansz d'Ouwe en Gerrit Lambertsz Pater verklaarden dat op 3 november lestleden een seecker vonnis was gewesen waer bij
de vooghden over de weeskinderen van Tijmen Jacobsz waren gecondemneert een som van f 50:- te betalen aan Jacob Gerritsz Grutter
-
Database Jan Schipper-2016-11-30 gemaakt in REUNION,
tr. in 1657 te Huizen.
- Moeder:
Neeltje Jans , dr. van Jan Jansz Rijcksz en N1 Cornelis Metselaer,
geb. in 1625 te Huijsen,
ovl. in 1680 te Huijsen; ONA-184-3173-28-09-1682,
, -
ONA- 3687A058; 13-06-1675: Tijmen Jacobsz (47) en zijn vrouw Neeltje Jans (50), getrouwd en huijsvrouw geweest zijnde van Jan Jansz (Backer) zaliger die een zoon was van wijlen Peetjen Willems dat Jan Jansz omstreek november/ december 1673 is
overleden in Huijsen; en dat Claes Meuwisse Muijs haere buijman. in Huijsen (wiens moeder was Aeltje Willems zaliger) nog in leven is.
-
ORA-184-3184A028; 10-06-1681: Wij ondergeschrevenen Hendrik Ebben en Lubbert Jacobsz schepenen te Huijsen verklaren mede op verzoek van de vooghden van de nagelaten kinderen van Jan Jansz Backer ..... aan de personen van Aeltgen Lamberts
weduwe van Claes Meeuwisz en Lambert Claesz desselves zoon, mitsgaders Neeltgen Jans weduwe van de voorsz Jan Jansz en tegenwoordige huijsvrouw van Jacob Gerritsz Grutter alle woonachtig alhier welcke Aeltje Lamberts in onze presentie door de
voorsz voogden afgevraagt zijnde aan wie dat het 't geld, 't geen sij te pretenderen hadde (:soo geseijt wert)
- 19-09-1681; Schepenen verklaren op verzoek van de voogden van de weeskinderen van Jan Jansz Backer dat op 10-06-1681 Aeltie Lamberts heeft gezegd f 200 aan Neeltje Jans gegeven te hebben enz
-
ORA-184-3173; 28-09-1682: Jacob Gerritsz Grutter als in huwelijck gehadt hebbende en erftgenaem sijnde van Neeltje Jansz eijsscher CONTRA de meerderjarige en vooghden over de minderjarige kinderen en erffgenamen van Tijmen Jacobsz gedaagde
- Deselfde eijsscher CONTRA de vooghden van de kinderen van Jan Jansz betreffende terug te betalen f 45 met rente die Jan Jansz (Backer) aan Neeltge Jans bij huwelijkse voorwaarde,
relatie (1)
met Jan Jansz Backer,
tr. (3)
met Jacob Gerritsz Grutter.
tr. op 04-05-1700 te Huijsen: Impost 2x f 3 gl = f 6,-
met
Marritje Lamberts 184-3218A88;09-05-1733 Prins, dr. van Lambert Claesz Prins en Aeltge Lamberts ,
geb. in 1675,
184-3218A88; 09-05-1733,
3732A58; 29-05-1733,
ovl. op 20-01-1733 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 20-01-1733 te Huijsen; DTB-19-Begraven-Impost f 3,-
>